Leeswijzer
Met de voorjaarsnota schetst het college het budgettaire beeld voor de meerjarenbegroting van de gemeente Den Haag. Dit dient als uitgangspunt voor de verdere begrotingsvoorbereiding. Bij de ontwerpbegroting doet het college de gemeenteraad voorstellen voor het te voeren beleid in de komende jaren en om voorziene ontwikkelingen en tegenvallers van een oplossing te voorzien. Wij hebben oog voor de gevolgen voor de stad, bij het zoeken naar oplossingen.
In de voorjaarsnota presenteren we de exogene ontwikkelingen ten opzichte van de huidige, door de raad vastgestelde, meerjarenbegroting. Hieruit volgt het vertrekpunt voor de ontwerpbegroting 2022-2025. In de tabellen zijn de plussen voordelig voor het meerjarenbeeld, en de minnen nadelig. Het beeld wordt waar nodig geactualiseerd in het verdere proces van de begrotingsvoorbereiding.
De voorjaarsnota is als volgt opgebouwd:
Hoofdstuk 1 geeft het financiële vertrekpunt vanuit de programmabegroting 2021 en behandelt kort welke inhoudelijke ontwikkelingen uit de jaarrekening 2020 doorwerken in de voorliggende voorjaarsnota.
Vervolgens staan we stil bij de ontwikkelingen die de gemeentelijke financiën beïnvloeden, waarop de gemeente niet direct kan sturen. Dit beperkt zich tot de factoren die rechtstreeks betrekking hebben op de algemene middelen van de gemeente. De financiële vertaling van deze exogene ontwikkelingen is gebaseerd op wat op dit moment bekend is.
In hoofdstuk 2 komen de drie onderwerpen aan de orde die betrekking hebben op de baten-kant (inkomsten) van de gemeente. Dit zijn het gemeentefonds, de gemeentelijke belastingen en de dividenden uit gemeentelijke deelnemingen.
In hoofdstuk 3 komen de vijf onderwerpen aan de orde die betrekking hebben op de lasten-kant (uitgaven) van de gemeente. Het betreft de ontwikkeling loon- en prijscompensatie, areaal (groei van de stad), de rentelasten en de investeringsruimte. Ook is in beeld gebracht hoe het staat met de weerstandscapaciteit van de gemeente en de actuele risicoinschatting van gemeentebrede risico’s. Tenslotte wordt stilgestaan bij ontwikkelingen van de vennootschapsbelasting.
Hoofdstuk 4 presenteert de “groei-met-groei”-systematiek. Met ingang van de Programmabegroting 2017-2020 werkt de gemeente met deze financieringssystematiek, waarmee de opbrengsten van de groei van de stad deels ten goede komen aan de investeringen die verdere groei van de stad accommoderen.
Hoofdstuk 5 bevat een aantal majeure, beleidsmatige aandachtspunten en ontwikkelingen die impact hebben op het financiële meerjarenbeeld voor de komende jaren van de gemeente als geheel. Deze zijn aanvullend op de exogene ontwikkelingen op de algemene posten en hebben direct een weerslag op de gemeentelijke financiën van Den Haag. In dit hoofdstuk is speciale aandacht voor de gevolgen van de coronacrisis en de ontwikkeling van de structurele aandachtspunten uit de jaarrekening 2020.
Tenslotte volgen in hoofdstuk 6 de conclusie en een vooruitblik.
In de bijlagen is aanvullende informatie opgenomen. Het betreft cijfermatige overzichten van de programmabegroting 2021-2024 en de centrale reserves, én een uitgebreide toelichting op de verschillende gemeentelijke risico’s.