Home

Exogene ontwikkelingen - baten

Het gemeentefonds is veruit de grootste inkomstenbron van de gemeente en kent een accresrelevante basis van circa € 1,2 mld. Het gemeentefonds groeit of krimpt mee met de werkelijke rijksuitgaven. Dit heet de trap-op-trap-af-systematiek. De groei of krimp van het gemeentefonds heet in vaktermen het accres. Het accres is een impliciete compensatie voor drie ontwikkelingen:

  • de inflatie - daardoor stijgen immers de rijksuitgaven, zodat ook het gemeentefonds groeit;
  • groei van het land - het Rijk moet elk jaar voor meer inwoners voorzieningen leveren, waardoor de rijksuitgaven verder stijgen;
  • krapte of ruimte op de rijksbegroting.

Onderstaande tabel presenteert de effecten van het gemeentefonds voor de komende jaren voor Den Haag op basis van de huidige inzichten.

Bedragen x € 1.000

incidenteel

structureel

Gemeentefonds

2021

2022

2021

2022

2023

2024

2025

Lagere groei van de stad

0

0

-6.600

-6.600

-6.600

-6.600

-6.600

Accres nieuwe jaarschijf

0

0

0

0

0

0

24.000

Bijstelling gemeentefonds

0

0

-6.600

-6.600

-6.600

-6.600

17.400

Jaarrekening 2020: lagere groei van de stad

In de begroting gaat de gemeente ervan uit dat de stad even snel groeit als het land in alle opzicht: inwoners, woz-waarde, jongeren etc.  In 2020 was de bevolkingsgroei van Den Haag lager dan gedacht. Het Centraal Bureau voor de Statistiek bevestigde dat op 5 januari 2021 in het persbericht 'Bevolkingsgroei grotere steden stokt door lagere immigratie'. Grotere steden hadden daar meer last van dan gemiddeld. Door de lagere groei heeft Den Haag minder uitkering uit het gemeentefonds ontvangen dan begroot. Dit tekort is verwerkt in de jaarrekening 2020 en heeft een structurele doorwerking (- € 8,6 mln.). Ook heeft Den Haag in 2020 een nabetaling ontvangen omdat over eerdere jaren te weinig is uitgekeerd (+ 2,0 mln.). Dit werkt eveneens structureel door. Per saldo is het structurele tekort € 6,6 mln.

  Accres nieuwe jaarschijf 2025

Voor de nieuwe begrotingsjaarschijf van 2025 wordt een accres van € 24 mln. geraamd. Dit is gebaseerd op een verwachte stijging van de gemeentefondsuitkering van 2% in dat jaar. Dit is de basisraming voor de groei die de gemeente hanteert (zie tabel hieronder).  

Handhaven accres 2021 tot en met 2024
Voor het lopende jaar, 2021, staat het accres vast. Het Rijk en VNG zijn overeengekomen dat de
oorspronkelijke raming de basis vormt voor de uitkering. De geeft gemeentes enige rust binnen de financiële onzekerheden als gevolg van de coronacrisis.
Vanaf 2022 geldt dit principe niet langer en staat de omvang van het accres nog niet vast. Omdat de ontwikkeling van het gemeentefonds veel onzekerheden kent, is er geen goede grondslag voor bijstelling en handhaaft de gemeente de basisraming van de begrote accressen. Deze is als volgt:

Acrresraming

2022

2023

2024

2025

Begroot

3%

2%

2%

2%

Op het moment van opstellen van de voorliggende voorjaarsnota is de meicirculaire van de rijksoverheid nog niet gepubliceerd. Deze volgt uiterlijk begin juni. Hierin worden de landelijke inzichten van de accresraming geactualiseerd. Indien dit reden geeft tot bijstelling van de gemeentelijke raming van de gemeentefondsuitkering, wordt dit meegenomen bij de ontwerpbegroting 2022-2025 die in september aan de raad wordt aangeboden.

Risico op bijstellingen gemeentefondsuitkering
De ontwikkeling van de gemeentefondsuitkering is onzeker. Zoals in hoofdstuk 1 is toegelicht, zijn er veel ontwikkelingen rondom het gemeentefonds die potentieel een structureel karakter hebben. Het betreft met name de volgende actualiteiten:

  • Keuzes van het nieuwe kabinet over de herverdeling van het gemeentefonds, de normering van het gemeentefonds (wel/niet aanhouden ‘trap op, trap af’) en het al dan niet handhaven van de opschalingskorting.
  • Onzeker beeld over het economische vooruitzicht van Nederland. De nasleep van de coronacrisis kan leiden tot landelijke bezuinigingen. Dit werkt door in de omvang van de uitkering van het gemeentefonds.  

De gemeentefondsuitkering betreft ongeveer de helft van de inkomsten van de gemeente. Daarmee heeft een lagere uitkering een groot effect op de begroting. Een verlaging van de uitkering met 1% kost de gemeente jaarlijks ongeveer € 12 mln. In de gemeentebrede risicoparagraaf (zie paragraaf 3.4 en bijlage III) is daarom een tweetal risico’s voorzien met betrekking tot het gemeentefonds: het risico van de herverdeling van het gemeentefonds en het risico op een lager accres bij landelijke bezuinigingen als gevolg van de coronacrisis.

Deze pagina is gebouwd op 06/03/2021 11:00:09 met de export van 06/03/2021 08:37:21