Home

Exogene ontwikkelingen - lasten

Jaarlijks past de gemeente de begroting aan voor de ontwikkeling van de lonen en de prijzen (trend) om de begroting op peil te houden. Achteraf vindt een nacalculatie plaats op basis van de actuele ontwikkeling van de trend. Zo wordt voorkomen dat te veel, of te weinig wordt uitgekeerd. De financiële bijstelling door loon- en prijscompensatie ziet er als volgt uit:

Bedragen x € 1.000

incidenteel

structureel

Loon en prijscompensatie (trend)

2021

2022

2021

2022

2023

2024

2025

Trendbijstelling staande jaarschijven

0

0

-12.012

-11.511

-11.511

-11.511

-11.511

Trend nieuwe jaarschijf 2025

0

0

0

0

0

0

-27.900

Bijstelling trend

0

0

-12.012

-11.511

-11.511

-11.511

-39.411

 

Voor de bijstelling van de trendinschatting neemt de gemeente de meest recente verwachtingen van het Centraal Planbureau (CPB) als ijkpunt. Hiervoor is een uitzondering gemaakt met betrekking tot de loonstijging in 2021. Hier houdt de gemeente vast aan het staande begrotingsbeeld omdat onderhandelingen over loonstijging momenteel plaatsvinden. Nadat de cao is afgesloten, kan de loonbijstelling worden bijgesteld op basis van de definitieve cijfers. Hierin is wel een risico gelegen, omdat de gereserveerd loonruimte voor 2021 beperkt is.  

Prijsontwikkeling
Voor prijscompensatie is jaarlijks een bedrag gereserveerd op basis van 1,5% prijsinflatie. Dit uitgangspunt wordt ook voor de nieuwe jaarschijf (2025) genomen. Voor de jaarschijven 2021 en 2022 wordt de prijsontwikkeling bijgesteld op basis van de actuele prognose van het CPB. Voor 2021 wordt de prijsindexatie verhoogd tot 1,9% en voor 2022 verlaagd tot 1,45%. Dit geeft het volgende meerjarenbeeld:

Prijsontwikkeling

2021

2022

2023

2024

2025

Begroot

1,50%

1,50%

1,50%

1,50%

Actualisatie begroting

1,90%

1,45%

1,50%

1,50%

1,50%

Bijstelling 

0,40%

-0,05%

0,00%

0,00%

1,50%

Loonontwikkeling

Loonontwikkeling cao-loon

Voor loontwikkeling wordt vanaf 2022 jaarlijks voor looncompensatie een bedrag gereserveerd op basis van 1,5% looninflatie en 0,5% ter compensatie voor extra loonkosten. Dit is ook de basis voor de nieuwe jaarschijf (2025).

Er is nog geen cao afgesloten voor de loonontwikkeling in 2021 (en latere jaren) Het CPB raamt een loonstijging van 2% in 2021 en 1,35% in 2022. Dit is een generieke raming die niet is toegespitst op de gemeentelijke loonstijging.

Op het moment van het opstellen van de voorjaarsnota vinden de onderhandelingen over de nieuwe cao plaats. Omdat de uitkomsten ongewis zijn, kiest de gemeente ervoor de huidige begroting te handhaven en de daadwerkelijke loonstijging te verwerken nadat de onderhandelingen zijn afgerond. Als dit tijdig gebeurt, kan het definitieve beeld in het begrotingskader 2022-2025 worden verwerkt. De raad ontvangt deze in september.

Loonontwikkeling
(cao-loon)

2021

2022

2023

2024

2025

Begroot

0,56%

1,50%

1,50%

1,50%

Actualisatie begroting

0,56%

1,50%

1,50%

1,50%

1,50%

Bijstelling 

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

1,50%

Indien het cao-loon sneller stijgt dan de begrote reservering betekent dit een nadeel voor de gemeentebegroting. Dit risico is vooral voor de loonstijging 2021 omvangrijk, omdat een stijging van 0,56% op jaarbasis is begroot. In de paragraaf weerstandsvermogen (zie paragraaf 3.4 en bijlage III) is daarom een risico opgenomen.

Loonontwikkeling overige looncomponenten

Op de overige looncomponenten (stijging werkgeverslasten en extra loonkosten van medewerkers die een periodiek krijgen) wordt de trend in 2021 bijgesteld van 0,5% naar 1,43%.  De gemeente heeft hogere werkgeverslasten. Dit komt met name doordat de gemeente hogere pensioenpremie moet afdragen. Dit werkt structureel door.

Loonontwikkeling (overige componenten)

2021

2022

2023

2024

2025

Begroot

0,50%

0,50%

0,50%

0,50%

Actualisatie begroting

1,43%

0,50%

0,50%

0,50%

0,50%

Bijstelling 

0,93%

0,00%

0,00%

0,00%

0,50%

Financiele effecten loon- en prijsbijstelling

Staande jaarschijven.
De verwerkte aanpassingen op de loon en prijsbijstellingen leiden tot een structurele toename van lasten van ongeveer € 11,5 mln (zie de eerste tabel van deze paragraaf). Dit is met name het gevolg van de stijging van werkgeverslasten waarvan de hogere pensioenafdrachten de grootste component betreffen. Hiernaast werkt het hogere prijsniveau voor 2021 structureel door. Tenslotte hebben kleinere actualisaties plaatsgevonden.

Zoals toegelicht heeft in dit begrote beeld geen bijstelling plaatsgevonden van de stijging van het cao-loon ten opzichte van de begroting. Deze is voor 0,56% begroot en wordt bijgesteld op basis van de feitelijke loonstijging die bekend is nadat de CAO-onderhandelingen zijn afgerond. Er is daarmee een risico dat dit leidt tot een extra loonkostenstijging in 2021 (met structurele doorwerking). Dit risico van ongeveer € 10 mln. structureel is benoemd in de risicoparagraaf van de gemeente (zie paragraaf 3.4 en bijlage III).

Nieuwe jaarschijf (2025)
De extra lasten voor de trend betreffen bijna € 28 mln. Tegenover de hogere lasten van de trend staan ook hogere baten uit het gemeentefonds en hogere belastinginkomsten in 2025.   

Deze pagina is gebouwd op 06/03/2021 11:00:09 met de export van 06/03/2021 08:37:21